Onlangs stond er een artikel in het FD: Amerikaanse dollars overspoelen Nederlandse techwereld. De samenvatting is dat er steeds meer Amerikaanse venture capital investeerders investeren in Nederlandse startups en (met name) scale-ups.

De quote van Thomas Mensink (Golden Egg Check) in het artikel is: ‘Bij ongeveer een op de vijf deals was tenminste één Amerikaanse investeerder betrokken.

Je kunt je wellicht voorstellen dat er voor dit ene zinnetje uren aan werk vooraf zijn gegaan. En omdat we het zonde vinden om dat zomaar bij dit zinnetje te laten, zullen we jullie hierbij wat meer inzicht geven in de dollars die hier naar toe komen. We denken dat dat ook helpt om de rest van het artikel beter te kunnen plaatsen.

Funding analyse

Voor deze analyse hebben we namelijk voor alle deals in Nederlandse startups en scale-ups (2018 t/m Q3 2021) gekeken of er tenminste één Amerikaanse VC (of angel) bij de deal betrokken was. We hebben ook gekeken hoe groot de investeringen waren waar ze bij betrokken waren. Op basis van het artikel in het FD (en je eigen observaties misschien) zou je verwachten dat hun aandeel toeneemt. Klopt dat?

Op basis van onze data kunnen een paar observaties maken.

Ten eerste: het aandeel van Amerikaanse investeerders bij investeringen in Nederlandse startups en scale-ups is in ca. 3 jaar tijd ruim verdubbeld: van 7% in 2018 tot 17% in 2021 (paarse lijn).  Hier komt het zinnetje uit het FD vandaan: ‘Bij ongeveer een op de vijf deals was tenminste één Amerikaanse investeerder betrokken.’ (Misschien was 1 op de 6 accurater.)

Ten tweede: de euro’s (of dollars) waar Amerikaanse investeerders bij betrokken zijn is sterk toegenomen. Dit was 34% in 2018 en is (na een dipje in 2019) gegroeid naar meer dan 70% afgelopen jaar (rode lijn). Dit is misschien wat lastiger te interpreteren. Mollie heeft bijvoorbeeld een $800M (€665M) investering opgehaald waar tenminste één US VC bij betrokken was. Dit was 1 investering van de 249 (0,4%) maar het bedrag (€665M/€4,4B) is al 15%.

Dat brengt ons meteen bij de derde observatie: er zit een groot verschil tussen de betrokkenheid in deals en de betrokkenheid in investeringsbedrag. In 2021 waren Amerikaanse VCs betrokken bij 70% van het totaal geïnvesteerde kapitaal in Nederlandse bedrijven, en dat gebeurde in ‘slechts’ 16% van de deals. De conclusie die wij hieruit trekken is dat Amerikaanse VCs bij gemiddeld grotere deals betrokken waren.

Amerikaanse investeerders doen grotere deals

En dat klinkt logisch. Hun fondsen zijn over het algemeen groter dus ze doen ook liever grotere deals. Bovendien investeren ze graag in een fase dat Nederlandse bedrijven internationaal actief zijn, bij voorkeur ook in Amerika, zodat ze daar actief een bijdrage aan kunnen leveren. En waarschijnlijk (meer anekdotisch bewijs) zijn de waarderingen van Nederlandse bedrijven lager dan hun Amerikaanse peers. En tot slot zijn Nederlandse VC fondsen vaak nog te klein om met grotere (Series C+ rondes) mee te kunnen doen, laat staan te leiden. Dit verklaart allemaal waarom Amerikaanse investeerders relatief veel geld in Nederlandse bedrijven investeren en dat hun betrokkenheid bij het aantal deals steeds verder toeneemt.

Hoe moet je hier als Nederlandse investeerder mee om gaan? We zouden die Amerikaanse VCs niet zo snel als concurrent zien, eerder als samenwerkingspartner. We denken dat ze eerder met of na een Nederlandse VC investeren dan in plaats van.

Over het algemeen, omdat hun fondsen groter zijn, zullen ze in rondes investeren die ná jullie ronde komen, downstream dus. Dit houdt dus wel in dat je daar rekening mee moet houden met de dealvoorwaarden. Als je nu bepalingen in een termsheet stopt die toekomstige rondes blokkeren, dan schiet je jezelf in de voet.

Het valt ons ook op dat veel grote Amerikaanse fondsen wel in bijvoorbeeld Londen en Stockholm een kantoor hebben met een team, maar niet in Amsterdam. Vanuit daar proberen ze dan de Nederlandse markt af te speuren. Zou het voor hun ook niet veel makkelijker zijn als ze samen met een lokale partij kunnen investeren? Op die manier kun je elkaar complementeren: een heeft lokale marktkennis (voor klanten, talent etc) en de ander heeft internationale marktkennis (opschalen naar het buitenland). De combinatie lijkt mij heel krachtig.

 

Meer van dit soort artikelen in je inbox? Abonneer je dan op GEC Insights (onderaan deze pagina) om elke maand een overzicht te krijgen van onze inzichten, nieuwe podcast-afleveringen en waardevolle data over het Nederlandse startup ecosysteem.